Werkplan
Werkplan vakverdieping zaakvakken 2013-2014
algemene gegevens
Naam: Peter Polman
Klas: VR3A
Gekozen vakverdieping: Aardrijkskunde
Persoonlijke leerdoel gekoppeld aan de vakcompetenties of gericht op ontwikkeling van eigen kennis
Aan het einde van mijn vakverdieping wil ik voldoende kennis hebben opgedaan om aardrijkskundelessen te kunnen ontwikkelen die aansluiten bij de motivatie van leerlingen van groep 5/6, waarbij er beroep wordt gedaan op de doorgaande leerlijn.
Persoonlijke leerdoel gekoppeld aan de vakcompetenties of algemene competenties
Aan het einde van mijn vakverdieping ben ik in staat om activiteiten met verschillende activerende werkvormen te ontwerpen die aansluiten bij de belevingswereld en actualiteit van de leerlingen, rekening houdend met kerndoelen en de zone van naaste ontwikkeling.
Vakinhoudelijk- en didactisch competent, deeltaak 92
Korte beschrijving van het gekozen onderwerp:
Doorgaans worden aardrijkskunde vooral gegeven alsof het begrijpend lees lessen zijn. De kinderen lezen en stuk tekst en vervolgens maken zij over dat stuk tekst verschillende vragen. Leerlingen leren meer door met elkaar te praten en door te doen. Een aardrijkskundeles kan meer uitdagender worden gemaakt door in te spelen op hun motivatie en de actualiteit. Door verschillende werkvormen toe te passen aan een aardrijkskundeles, zijn leerlingen meer gemotiveerd, waardoor het lesdoel beter behaald wordt.
Probleemstelling:
Aardrijkskundelessen kunnen op verschillende manieren gegeven worden. Leerkrachten gebruiken veelal de methode die de school heeft aangeschaft. Alle leerlingen krijgen een eigen werkboek. De tekst wordt gezamenlijk gelezen en de leerlingen maken de vragen die bij de tekst horen. Naarmate leraren hun instructie beter laten aansluiten op de leefwereld van en betekenisverlening door leerlingen, zal de motivatie van leerlingen toenemen (Thoonen, Sleegers, Peetsma & Oort, 2011).
Deze motivatie neemt vaak weer af, doordat de leerlingen vervolgens weer opdrachten uit het werkboek moeten gaan maken. Om leerlingen gemotiveerd te houden, is het belangrijk om genoeg af te wisselen in verschillende werkvormen. Vaak weten leerlingen al na korte tijd precies wat hen te wachten staat. Dit draagt niet echt bij aan het plezier in leren en kan zelfs zeer demotiverend werken (Van Bruggen, 2014).
Het doel van het onderzoeksverslag is om activerende werkvormen te integreren in een aardrijkskundeles die gaat over gaswinning in Groningen. De lezer van het onderzoeksverslag komt te weten welke activerende werkvormen er in het algemeen zijn en komt erachter welke voordelige effecten het samenwerkend leren kan hebben met betrekking tot de leeropbrengst en ontwikkeling van kinderen. Kerpel (n.d.) geeft aan dat de gedachte achter samenwerkend leren is dat zowel de zwakke als de sterke kinderen hiervan leren. De zwakke leerlingen, doordat ze uitleg krijgen en aangemoedigd worden. De sterke leerlingen, omdat zij de stof op een hoger niveau leren beheersen als ze het aan anderen uitleggen.
De keuze van het onderwerp van de lessen is gevallen op ‘Gaswinning in Groningen’. Het SLO (2009) geeft in kerndoel 49 aan dat leerlingen kennis moeten hebben over onder andere energiebronnen. Het is een uitdaging om voor dit onderwerp activerende werkvormen uit te schrijven die ervoor zorgt dat de woordenschat op het gebied van aardrijkskunde bevorderd, waarbij samenwerkend leren hét middel is om de leeropbrengst te verhogen. Dit soort werkvormen worden ook wel ‘rijke taken’ genoemd. Uit onderzoek blijkt dat de leerlingen die een rijke taak hebben uitgevoerd relatief beter scoren dan de leerlingen die een arme taak hebben uitgevoerd. Hieruit kan worden geconcludeerd dat rijke taken inderdaad het onthouden van woordenschat meer bevordert dan arme taken (Moonen 2008).
Praktische relevantie:
De opbrengst van het onderzoek is een lijst van activerende werkvormen die gebruikt kunnen worden in aardrijkskundelessen. Daarnaast geeft het onderzoeksverslag informatie over wat je wel en juist niet moet doen wanneer je deze werkvormen gebruikt.
Als ik later inval of een eigen groep heb zijn deze werkvormen voor mij van belang. Ik kan deze werkvormen elk gewenst moment ‘verdraaien’ zodat ik deze elke les ik kan zetten.
Onderzoeksvragen
a. Literatuurstudie
Om literatuur te zoeken zijn de volgende bronnen gebruikt:
* internet
* boeken
* artikelen
Bij elke bron moest een auteur en een jaartal van uitgave staan voordat deze gebruikt werd.
De enige uitzondering hierop is dat de bron door een stichting is geschreven.
Hoofdvraag theorie
Hoe kan goed aardrijkskunde onderwijs gevormd worden aan de hand van activerende werkvormen en samenwerkend leren?
Hoofdvraag praktijk
Welk effect hebben activerende werkvormen in combinatie met samenwerkend leren op de leerresultaten en motivatie van leerlingen bij een aardrijkskundeles die gaat over gaswinning in Groningen?
Deelvragen theorie
1. Wat is goed aardrijkskunde onderwijs?
2. Wat is samenwerkend leren?
3. Hoe kan de basisstructuur van het vak aardrijkskunde gekoppeld worden aan activerende werkvormen?
Deelvragen praktijk
4. Wat is het effect van het gebruik van activerende werkvormen op de motivatie van leerlingen?
5. Wat is het effect van het gebruik van activerende werkvormen op het leerresultaat van leeringen?
6. Welke gebeurtenissen rondom de gaswinning in Groningen hebben er voor gezorgd dat er aardbevingen hebben plaatsgevonden?
Onderzoeksmethode
Tijdens dit onderzoek worden verschillende onderzoeksmethode toegepast. Er wordt gebruik gemaakt van boeken, artikelen en internetsites om literatuuronderzoek te doen. Onder de leerlingen van Brede School St. Martinus in Oud-Zevenaar wordt een enquête afgenomen over de motivatie die zij hebben tijdens de aardrijkskundelessen op de ‘oude’ manier en op de ‘nieuwe’ manier.
Bronnen
Bruggen, E. van. (2014). Enkele didactische werkvormen voor jouw onderwijspraktijk. Verkregen op 21 april, 2014, van http://www.onderwijsmaakjesamen.nl/actueel/enkele-didactische-werkvormen-voor-jouw-onderwijspraktijk/?output=pdf
Kerpel, A. (n.d.) Coöperatief leren. Verkregen op 21 april, 2014, van http://wij-leren.nl/cooperatief-leren-artikel.php
Moonen, M. (2008) Testing the Multi-feature hypothesis: tasks, mental actions and second language acquisition. IVLOS Series.
SLO (2009). TULE: Oriëntatie op jezelf en de wereld. Verkregen op 21 april, 2014, van http://tule.slo.nl/OrientatieOpJezelfEnWereld/F-L49.html
Thoonen, E., Sleegers, P., Peetsma, T. & Oort, F. (2011). Can teachers motivate students to learn? Educational Studies, 37 (3), 345-360.
algemene gegevens
Naam: Peter Polman
Klas: VR3A
Gekozen vakverdieping: Aardrijkskunde
Persoonlijke leerdoel gekoppeld aan de vakcompetenties of gericht op ontwikkeling van eigen kennis
Aan het einde van mijn vakverdieping wil ik voldoende kennis hebben opgedaan om aardrijkskundelessen te kunnen ontwikkelen die aansluiten bij de motivatie van leerlingen van groep 5/6, waarbij er beroep wordt gedaan op de doorgaande leerlijn.
Persoonlijke leerdoel gekoppeld aan de vakcompetenties of algemene competenties
Aan het einde van mijn vakverdieping ben ik in staat om activiteiten met verschillende activerende werkvormen te ontwerpen die aansluiten bij de belevingswereld en actualiteit van de leerlingen, rekening houdend met kerndoelen en de zone van naaste ontwikkeling.
Vakinhoudelijk- en didactisch competent, deeltaak 92
Korte beschrijving van het gekozen onderwerp:
Doorgaans worden aardrijkskunde vooral gegeven alsof het begrijpend lees lessen zijn. De kinderen lezen en stuk tekst en vervolgens maken zij over dat stuk tekst verschillende vragen. Leerlingen leren meer door met elkaar te praten en door te doen. Een aardrijkskundeles kan meer uitdagender worden gemaakt door in te spelen op hun motivatie en de actualiteit. Door verschillende werkvormen toe te passen aan een aardrijkskundeles, zijn leerlingen meer gemotiveerd, waardoor het lesdoel beter behaald wordt.
Probleemstelling:
Aardrijkskundelessen kunnen op verschillende manieren gegeven worden. Leerkrachten gebruiken veelal de methode die de school heeft aangeschaft. Alle leerlingen krijgen een eigen werkboek. De tekst wordt gezamenlijk gelezen en de leerlingen maken de vragen die bij de tekst horen. Naarmate leraren hun instructie beter laten aansluiten op de leefwereld van en betekenisverlening door leerlingen, zal de motivatie van leerlingen toenemen (Thoonen, Sleegers, Peetsma & Oort, 2011).
Deze motivatie neemt vaak weer af, doordat de leerlingen vervolgens weer opdrachten uit het werkboek moeten gaan maken. Om leerlingen gemotiveerd te houden, is het belangrijk om genoeg af te wisselen in verschillende werkvormen. Vaak weten leerlingen al na korte tijd precies wat hen te wachten staat. Dit draagt niet echt bij aan het plezier in leren en kan zelfs zeer demotiverend werken (Van Bruggen, 2014).
Het doel van het onderzoeksverslag is om activerende werkvormen te integreren in een aardrijkskundeles die gaat over gaswinning in Groningen. De lezer van het onderzoeksverslag komt te weten welke activerende werkvormen er in het algemeen zijn en komt erachter welke voordelige effecten het samenwerkend leren kan hebben met betrekking tot de leeropbrengst en ontwikkeling van kinderen. Kerpel (n.d.) geeft aan dat de gedachte achter samenwerkend leren is dat zowel de zwakke als de sterke kinderen hiervan leren. De zwakke leerlingen, doordat ze uitleg krijgen en aangemoedigd worden. De sterke leerlingen, omdat zij de stof op een hoger niveau leren beheersen als ze het aan anderen uitleggen.
De keuze van het onderwerp van de lessen is gevallen op ‘Gaswinning in Groningen’. Het SLO (2009) geeft in kerndoel 49 aan dat leerlingen kennis moeten hebben over onder andere energiebronnen. Het is een uitdaging om voor dit onderwerp activerende werkvormen uit te schrijven die ervoor zorgt dat de woordenschat op het gebied van aardrijkskunde bevorderd, waarbij samenwerkend leren hét middel is om de leeropbrengst te verhogen. Dit soort werkvormen worden ook wel ‘rijke taken’ genoemd. Uit onderzoek blijkt dat de leerlingen die een rijke taak hebben uitgevoerd relatief beter scoren dan de leerlingen die een arme taak hebben uitgevoerd. Hieruit kan worden geconcludeerd dat rijke taken inderdaad het onthouden van woordenschat meer bevordert dan arme taken (Moonen 2008).
Praktische relevantie:
De opbrengst van het onderzoek is een lijst van activerende werkvormen die gebruikt kunnen worden in aardrijkskundelessen. Daarnaast geeft het onderzoeksverslag informatie over wat je wel en juist niet moet doen wanneer je deze werkvormen gebruikt.
Als ik later inval of een eigen groep heb zijn deze werkvormen voor mij van belang. Ik kan deze werkvormen elk gewenst moment ‘verdraaien’ zodat ik deze elke les ik kan zetten.
Onderzoeksvragen
a. Literatuurstudie
Om literatuur te zoeken zijn de volgende bronnen gebruikt:
* internet
* boeken
* artikelen
Bij elke bron moest een auteur en een jaartal van uitgave staan voordat deze gebruikt werd.
De enige uitzondering hierop is dat de bron door een stichting is geschreven.
Hoofdvraag theorie
Hoe kan goed aardrijkskunde onderwijs gevormd worden aan de hand van activerende werkvormen en samenwerkend leren?
Hoofdvraag praktijk
Welk effect hebben activerende werkvormen in combinatie met samenwerkend leren op de leerresultaten en motivatie van leerlingen bij een aardrijkskundeles die gaat over gaswinning in Groningen?
Deelvragen theorie
1. Wat is goed aardrijkskunde onderwijs?
2. Wat is samenwerkend leren?
3. Hoe kan de basisstructuur van het vak aardrijkskunde gekoppeld worden aan activerende werkvormen?
Deelvragen praktijk
4. Wat is het effect van het gebruik van activerende werkvormen op de motivatie van leerlingen?
5. Wat is het effect van het gebruik van activerende werkvormen op het leerresultaat van leeringen?
6. Welke gebeurtenissen rondom de gaswinning in Groningen hebben er voor gezorgd dat er aardbevingen hebben plaatsgevonden?
Onderzoeksmethode
Tijdens dit onderzoek worden verschillende onderzoeksmethode toegepast. Er wordt gebruik gemaakt van boeken, artikelen en internetsites om literatuuronderzoek te doen. Onder de leerlingen van Brede School St. Martinus in Oud-Zevenaar wordt een enquête afgenomen over de motivatie die zij hebben tijdens de aardrijkskundelessen op de ‘oude’ manier en op de ‘nieuwe’ manier.
Bronnen
Bruggen, E. van. (2014). Enkele didactische werkvormen voor jouw onderwijspraktijk. Verkregen op 21 april, 2014, van http://www.onderwijsmaakjesamen.nl/actueel/enkele-didactische-werkvormen-voor-jouw-onderwijspraktijk/?output=pdf
Kerpel, A. (n.d.) Coöperatief leren. Verkregen op 21 april, 2014, van http://wij-leren.nl/cooperatief-leren-artikel.php
Moonen, M. (2008) Testing the Multi-feature hypothesis: tasks, mental actions and second language acquisition. IVLOS Series.
SLO (2009). TULE: Oriëntatie op jezelf en de wereld. Verkregen op 21 april, 2014, van http://tule.slo.nl/OrientatieOpJezelfEnWereld/F-L49.html
Thoonen, E., Sleegers, P., Peetsma, T. & Oort, F. (2011). Can teachers motivate students to learn? Educational Studies, 37 (3), 345-360.