Effectiviteit van activerende werkvormen
V
Volgens Ebbens en Ettekoven (2013) is directe instructie
belangrijk om effectief te leren. Als leerlingen zich nieuwe leerstof eigen wil
maken, dan is directe instructie het middel om dit te bereiken. De leerlingen
doen dit aan de hand van hun voorkennis. Zij moeten vervolgens de nieuwe kennis
ordenen op een relevante en inzichtelijke manier, zodat het voor henzelf
bruikbaar is. De leerkracht neemt hierbij een begeleidende rol aan en moet erop
toe zien dat de activiteit door de leerlingen op een goede manier wordt
uitgevoerd en dat de leerlingen de verkregen kennis goed ordenen. Daarbij moet
de nieuwe informatie vooral goed aansluiten op de kennis die de leerling al
heeft. De leerlingen leren effectief als de volgende vier begrippen aanwezig
zijn: betekenis geven, individuele aanspreekbaarheid, zichtbaarheid en
motivatie. Voor de leerlingen is het belangrijk dat ze het doel weten waarom ze
moeten doorwerken aan een bepaalde lesstof. Dit is de sleutel om de leerlingen
de nieuwe leerstof eigen te kunnen laten maken. Wanneer de leerlingen
individueel aanspreekbaar zijn, dan heeft dit positieve invloed op het eigen
leerrendement. Als leerkracht moet je zicht hebben op de leerprocessen van
leerlingen, zodat de juiste begeleiding toegepast kan worden tijdens dit
leerproces. Een andere belangrijke taak is om de leerlingen te motiveren en
gemotiveerd te houden tijdens de lesactiviteit.
Om erachter te komen hoe je de leerlingen het best kan motiveren, is er de laatste jaren veel onderzoek gedaan op het gebied van activerende didactiek en samenwerkend leren. Bij het leren gaat het er om dat de leerlingen de stof op verschillende manieren moet kunnen benaderen, zodat zij de leerstof beter onthouden. Het staat daarom haaks op het ‘consumerend leren’ van de leerling. Bij het ‘consumerend leren’ vertelt de leerkracht (geven) en de leerling ontvangt (consumeert). De effectiviteit van deze werkvorm is erg laag en levert nauwelijks kennis op die de leerling ook daadwerkelijk onthoudt. Volgens Ebbens en Ettekoven (2013) kunnen leerlnigen geactiveerd worden door middel van een juiste vraagstellen en door hen samenwerkend te laten leren. Een activerende werkvorm is een manier van samenwerkend leren. Het doel van dit soort opdrachten is om leerlingen via activerende werkvormen bezig te laten zijn met de stof zodat ze gaan nadenken, argumenteren en discussiëren.
De definitie die in het kader van dit onderzoek voor activerende werkvorm is gehanteerd is: een werkvorm waarbij de docent de leerlingen in staat stelt, door middel van de juiste vraagstelling en samenwerkend leren, de leerlingen actief, gevarieerd met de stof aan de slag te gaan (Holkenborg, Krosendijk, Muijs & Noll, 2009). De uitvoering van de werkvorm moet niet alleen leiden tot een prettige les, maar vooral tot effectief leren. Voor aardrijkskunde lessen betekent dit dat een dergelijke werkvorm leerlingen actief bezig moet houden met het doel dat leerlingen de leerstof beter kunnen onthouden dan in ‘normale’ lessen.
Om erachter te komen hoe je de leerlingen het best kan motiveren, is er de laatste jaren veel onderzoek gedaan op het gebied van activerende didactiek en samenwerkend leren. Bij het leren gaat het er om dat de leerlingen de stof op verschillende manieren moet kunnen benaderen, zodat zij de leerstof beter onthouden. Het staat daarom haaks op het ‘consumerend leren’ van de leerling. Bij het ‘consumerend leren’ vertelt de leerkracht (geven) en de leerling ontvangt (consumeert). De effectiviteit van deze werkvorm is erg laag en levert nauwelijks kennis op die de leerling ook daadwerkelijk onthoudt. Volgens Ebbens en Ettekoven (2013) kunnen leerlnigen geactiveerd worden door middel van een juiste vraagstellen en door hen samenwerkend te laten leren. Een activerende werkvorm is een manier van samenwerkend leren. Het doel van dit soort opdrachten is om leerlingen via activerende werkvormen bezig te laten zijn met de stof zodat ze gaan nadenken, argumenteren en discussiëren.
De definitie die in het kader van dit onderzoek voor activerende werkvorm is gehanteerd is: een werkvorm waarbij de docent de leerlingen in staat stelt, door middel van de juiste vraagstelling en samenwerkend leren, de leerlingen actief, gevarieerd met de stof aan de slag te gaan (Holkenborg, Krosendijk, Muijs & Noll, 2009). De uitvoering van de werkvorm moet niet alleen leiden tot een prettige les, maar vooral tot effectief leren. Voor aardrijkskunde lessen betekent dit dat een dergelijke werkvorm leerlingen actief bezig moet houden met het doel dat leerlingen de leerstof beter kunnen onthouden dan in ‘normale’ lessen.